Schoorsteenvegen

Het vegen van uw schoorsteen is erg belangrijk om veilig van de haard of kachel te kunnen genieten.

Heeft u een brandverzekering (opstal) dan bent u verzekerd indien er geen sprake is van achterstallig onderhoud. Uw verzekering stelt als voorwaarde dat u, indien u een open haard of houtkachel bezit, eenmaal per jaar de schoorsteen moet laten vegen/controleren. Er mag geen sprake zijn van achterstallig onderhoud. Bij de meeste verzekeraars moet u na een schoorsteenbrand via een rekening of
veegbewijs kunnen aantonen dat de schoorsteen geveegd was. Vraag bij uw tussenpersoon of verzekeraar informatie over de polisvoorwaarden

Brandverzekeringen

Brandverzekeringen stellen geen specifieke eisen. Wel gaan verzekeringen er in het algemeen van uit dat de verzekerde zorgvuldig handelt en bijvoorbeeld regelmatig de schoorsteen laat vegen. Bewaar daarom altijd een bewijs van de onderhoudsbeurt. Onzorgvuldig handelen kan problemen veroorzaken bij eventuele schadeafhandeling. In individuele gevallen kan een verzekering specifieke eisen stellen, zoals het aanbrengen van een vonkenvanger op de schoorsteen bij een rieten dak. Roetaanslag ontstaat als het vuur niet optimaal brandt. Kies daarom een stooktoestel met een beperkt vermogen, dat op volle kracht, met alle regelkleppen geheel open, kan branden zonder dat het te warm wordt. Laat het vuur altijd vanzelf uitgaan in plaats van het te ‘smoren’ door de luchttoevoer af te snijden. Roet slaat neer in de schoorsteen als de schoorsteenwand te koud is. Laat een specialist beoordelen of uw schoorsteen niet te groot is voor de capaciteit van uw toestel. Stook het schoorsteenkanaal direct goed warm. Laat u schoorsteen regelmatig vegen 1 x per jaar bij het gebruik als sfeerhaard, 2 x per jaar als de kachel gebruikt als hoofd verwarmer.
Gebruik daarnaast altijd de juiste brandstoffen.

Het ontstaan en voorkomen van schoorsteenbranden

Kachels die gestookt worden met hout, kolen of olie, zorgen voor niet verbrandbare deeltjes die in het rookkanaal terecht komen. Deze deeltjes hechten zich aan de wand van het stookkanaal en vormen een roetaanslag die creosoot genoemd wordt. Deze brandbare laag kan bij een temperatuur van ongeveer 500 graden Celsius in brand vliegen. De temperatuur van 500 graden is snel bereikt wanneer u de kachel stookt.
U herkent een schoorsteenbrand aan een loeiend geluid in het kanaal. Het kanaal of de pijp wordt gloeiend heet. Soms zijn aan de buitenkant vlammen en vonken te zien die uit de schoorsteen komen.

Als uw schoorsteen in brand staat belt u eerst de brandweer via 1-1-2. Sluit de schoorsteenklep, zodat de luchttoevoer stopt. Doof het vuur in de kachel of open haard met zand. Gebruik geen water; dit kan leiden tot ontploffingen. De brandweer zal u na afloop waarschijnlijk een stookverbod opleggen, totdat het rookkanaal is gecontroleerd en gerepareerd.